Sedert enige tijd zit de huizengeschiedenis in de lift. Niet alleen te Antwerpen maar ook in Brugge en Gent, om het slechts bij deze twee steden te houden. In multidisciplinaire samenwerking zijn er historici en archeologen actief, gesecundeerd door (binnen-)huisarchitecten, urbanisten en planologen. Hun bevindingen werden wat de Scheldestad betreft voor een belangrijk deel gepubliceerd in het Bulletin van de Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek.
Een honderdtal huurcelen uit de jaren 1395-1500, door ons opgetekend uit de schepenregisters, verschaft nadere informatie over het reilen en zeilen van de toenmalige bewoners van de Grote Markt, voornamelijk tijdens de periode van de twee jaarmarkten. Zo vernemen wij meer over de huurprijzen en hun evolutie in de tijd, de gebruikte munt en regelingen in geval van crisis. Verder afspraken over onderverhuring, opzegtermijnen, borgstellingen voor de huur, stipulaties over onderhoud van de gebouwen, de levering van niet-nagelvaste bedden en van allerhande gebruiksvoorwerpen. Eigenaars en huurders maakten afspraken over de levering van spijs en drank door de eigenaar of door de huurder. Ook de vrije toegang voor de eigenaar kan oorzaak zijn van een later conflict terwijl ook respect voor ieders nachtrust belangrijk was. Bepalingen van die aard komen dan ook voor in de huurcelen die hoofdzakelijk in het gewoonterecht wortelen. De locatie van de verhuurde panden toont verder aan dat vooral de westzijde van de Grote Markt, dus niet de versmalling in de richting van de Kaasrui. bij het jaarmarktgebeuren was betrokken.
Volgende conclusies kwamen tot stand:
1. Panden van de Grote Markt zijn tijdens de jaarmarkten verhuurd zowel aan autochtonen als aan allochtonen.
2. Deze verhuring situeerde zich in de 15de eeuw, met als hoogtepunt de jaren 1451-1460.
3. Het accent van de handelsbedrijvigheid ter plekke lag op de laken- en specerijenhandel.
4. Vooral het westelijk deel van de Markt was bij het jaarmarktgebeuren betrokken.
5. De verhuring gebeurde meestal op jaarbasis, in mindere mate per jaarmarkt.
6. Een verhuring voor zes jaar was de meest gebruikelijke.
7, De betaling van de huur gebeurde hoofdzakelijk in Brabantse ponden van 240 groten.
8, De huishuur lag ogenschijnlijk vrij hoog, maar een betrouwbare vergelijking met de huurprijzen in andere stadsdelen is voor de 15de eeuw nog niet mogelijk.
9. Gewapende gilden en ambachtsgilden verhuurden hun gebouwen maar reserveerden een deel voor hun eigen activiteiten.
10. De bewoners kregen bedden en huisraad ter beschikking, soms door de eigenaar, soms door de huurder bezorgd.
Redactionele aanvulling
De auteur publiceerde inmiddels: Honderd huizen aan de Grote Markt van Antwerpen